donderdag 10 september 2009

Op een stoeltje en wachten.

Met een volgnummer in mijn hand zit ik te wachten. Net als de jonge Indiër naast mij. Hij heeft een dikke kaft stevig vast. Als ik hem over mijn schouder aankijk, bespeur ik een opgejaagdheid. Het lichtje aan het loket voor ons brandt en het is zijn beurt.

Eigenlijk zit ik een beetje in mezelf te denken. Dat kan je ongegeneerd omdat je toch moet wachten en er niemand is die verwacht dat je iets zegt.

Ik hoor de dame achter het loket nogal hardop praten. In een soort van geforceerd AN doet ze haar uitleg tegen de jonge Indiër.

Dat hij natuurlijk moet weten dat ze niet zomaar werkloosheidsvergoeding kunnen uitkeren. En waarom hij in godsnaam geen vast adres heeft. Op zijn vraag hoelang hij dan moet wachten op geld is haar antwoord, een paar weken. En dan hij weer dat hij geen inkomen heeft. Waar hij dan van moet leven?

Ik vind het een beetje gênant luisteren. Het verhaal is niet voor mij, of de andere wachtende mensen, bestemd. Op de wachtstoeltjes klinken ook al harde woorden. Over die buitenlanders, je weet wel die profiteurs.

Ik wil hier geen deel van uitmaken. Mijn blik richt zich tot de boodschappenmand aan mijn voeten. Zo’n rieten mand, made in India.

Als ik tegenover een dame aan een ander loket zit, zie ik de jonge Indiër afdruipen. Zijn kaft nog steeds stevig vast. En nu niet alleen opgejaagd maar ook hopeloos…

Ik kan daar niet zo goed tegen en een beetje triest stap ik de straat terug op.

2 opmerkingen:

pcuser1961 zei

Tja..misschien oneerlijk maar ja...Verder geen goed nieuws hier..Voor verdere uitleg verwijs ik U graag naar mijn blog.

Fijne vrijdag

Fluitenkruid zei

Genant is het goede woord..