donderdag 18 september 2008

Vroeger en nu.

Hij woont tijdens de week niet langer in een duiventil, maar op een echte kamer. Met een zeteltje en een leeslamp ernaast. Een bureaugedeelte met zicht op de skyline van Leuven. De keuken vanonder in de kelder uitnodigend met een tafel en vier stoelen. Ik vind het geweldig, roep ik tot vervelens toe. In het kleine kamertje, op de grote peda van vorig jaar, werd ik na een half uur claustrofobisch en ik denk na een jaar wonen, hij ook. Dus iedereen blij.

Aan de deur van het oude herenhuis nemen we afscheid. Ik voel weer dat kleine kropje dat ik snel probeer door te slikken. Hij voelt het ook en pakt me eens stevig vast. De huisgenoot krijgt ook een beurt. Ik zie wel wanneer ik thuis kom, ten laatste vrijdagavond… In de auto zeggen we nog één keer hoe knap we het vinden. Daarna is er stilte en rust.

In Aarschot opper ik of we misschien langs Scherpenheuvel kunnen rijden. Gewoon eens kijken en wat sfeer van jaren terug opsnuiven. Een kaarsje branden en pepernoten kopen.

Ik was nog heel klein toen ik er voor het eerst kwam. Er bestaan vierkanten zwart-wit fotootjes van. Ik sta erop aan de hand van mijn grootmoeder, een kleedje met randje net boven de knie. Lakleren schoentjes eronder. Om mijn kleine polsjes een armbandje. Ze verkopen ze nog altijd, er staat een blauwe Maria op. Een windmolentje met gekleurde wieken hoorde er ook bij. Vroeger stond er een draaimolen, nu niet meer. De kraampjes staan er nog wel, een handeltje voor oudere dames.

Het rondwandelen, maakt me rustig. In ‘het fijne genoegen’ zetten we ons op het verwarmd terrras. Eten, drinken en praten. Ik vertel dat er alles nog hetzelfde uitziet als in de vele opgeslagen herinneringen. Dat ik dat fijn vind. Herinneringen worden door de jaren heen flink opgepolijst. Door stormen van regen en wind. Door zandvlagen en brandende zonnestralen.
Zo gaan ze blinken...

1 opmerking:

Anoniem zei

Heb je er ook een kaarsje gebrand voor de zoon?