woensdag 7 maart 2012

Werkwoensdag.

De kleine jongens kijken argwanend en ik probeer in hun leefwereld te komen. Ze zijn speels, een beetje rebels maar staren toch nog als kleuters. Dat noemen ze gehandicapt, zegt één van hen. Wat is gehandicapt, vraagt de jongen aan zijn slimme vriend. Wanneer je niet kan lopen en geeft zo een antwoord op de vraag.

Met het meisje aan de hand stap ik de binnenspeeltuin binnen. De drukte en het lawaai dat er anders heerst, is er niet en dat scheelt. Ze is onwennig. Die kleuren en vormen, en dat alles kan nog eens ronddraaien ook. Langzamerhand ontdooit ze een beetje en betast de koorden waar ze aan kan hangen. Het ballenbad herkent ze en daar wil ze samen met mij wel in dollen.

Er was een studente bij die alles registreerde voor op de universiteit waar ze orthopedagogie studeert. Ook zij komt, net als de kleine jongens, voor het eerst in contact met kinderen die door het leven gaan met een ernstige mentale handicap. Dat ze het niet makkelijk vindt. En soms ook wel triest, vertelt ze terug op weg naar de instelling.

Dan probeer ik te vertellen over het leven dat ze leiden. Dat het niet zo triestig is als het lijkt. Ondanks hun beperkingen hebben zij hun wereld waar eigen wetten en regels gelden. Als begeleiding proberen we de regels te volgen en zo te begrijpen.

Maar ik versta haar wel. Zelfs ik vind het na 24 jaar werken met deze mensen nog af en toe moeilijk om te accepteren. Geduld en empathie zijn eigenschappen die dagelijks moeten aangescherpt worden. Dat zoiets niet gemakkelijk is, vertel ik haar ook.

Aan het eind van de dag bedankt ze mij. Ik zie dat ze onder de indruk is en besef dat het werken met deze mensen nooit echt gewoon zal zijn.

1 opmerking:

zapnimf zei

Helemaal jij, dit stukje. (Allez, zoals ik jou zie)