dinsdag 5 mei 2009

I bring what I love.


Na een korte nacht en een drukke dag laten we ons in de grote fauteuils zakken. Terwijl de lichten nog branden, kijk ik rond. Mannen en vrouwen in gedachten verzonken en eveneens onderuitgezakt. Allemaal mensen met een ontsnappingsdrang uit de drukte van het leven. We kozen onze laatste film.

Youssou N’Dour. In Senegal is hij een god. Een charismatische figuur. Ondanks zijn bekendheid is hij nog steeds erg verbonden met zijn eigen cultuur. Enorm begaan met de sociale en politieke problemen in zijn land. De Grammy Award die hij won voor de cd ‘Egypt’ was een kroon op zijn muziekwerk.

Ik weet niet wat het was maar al van bij het begin van de film schoot mijn gemoed vol. De meeslepende muziek. Zijn uitspraken en woorden die nazinderen. De beelden van een enthousiast Afrikaans publiek met blinkend witte tanden. Dansend en zingend. De ontmoetingen met zijn stokoude grootmoeder. Een eenvoud die dieper is dan de zee zelf.

Bijna aan het einde van de film liet ik mijn zakdoek vallen. Hij was doorweekt met zoute tranen. Emotietranen, waar je wangen zo lekker warm van worden.

De lichten gaan aan en iedereen blijft zitten. Wanneer de muziek helemaal gestopt is, vind ik mijn zakdoek onder mijn zetel. Ik moet er om lachen. Typisch mij om mijn zakdoek kwijt te spelen terwijl ik hem zo nodig heb...

1 opmerking:

ergensonderweg zei

Mijn trip naar Senegal indachtig wilde ik hem ook gaan zien. Maar geen van de drie voorstellingen pasten in mijn veel te drukke schema:-(