dinsdag 3 februari 2009

Route zestien.

De laatste sigaret wordt buiten voor de grote inkomdeur gerookt. Je kunt er ook wachten tot ze je komen oppikken. Als ik in de hal binnenkom, gonst het van de bedrijvigheid. Terwijl ik mijn jas uitdoe, kijk ik wat rond.

Er zijn mensen in een rolstoel, en al aan de beterhand. Hun bleke gezichten met een opgelucht waas. Bezorgde gezichten van wachtende familieleden, misschien met iets minder geluk. Ik neem de lift naar de benedenverdieping.

Daar lijkt het alsof de wereld stilgevallen is. Terwijl ik door de lange witte gang loop, hoor ik enkel de echo van mijn eigen stap. Het universitair ziekenhuis bedacht een eigen kleuren wegwijzer systeem. Ik volg de blauwe lijn, route zestien. De groene planten langs de kant moeten je vermoedelijk een beetje tuingevoel geven. Het lukt niet echt, of ligt het aan mij?

Wat me ook opvalt, is dat er geen geur hangt. Anonimiteit en neutraliteit zijn de namen van de wind die hier waait.

Pratend met het mondmasker op ging er een uurtje voorbij. Na een voorzichtige omhelzing ging ik dezelfde weg terug.

Met een broodje en een espresso zat ik nog even stil in de cafetaria. Mijn alles komt even tot rust. Daarna druk ik het gaspedaal stevig in en som op wat ik allemaal nog te doen heb…

4 opmerkingen:

Tricky zei

wat leest dit bekend... op den berg hebben ze ook zo'n kleurensysteem... en veel planten in de gangen... en laatste sigaretten die aan de ingang gerookt worden...
mooi beschreven! hoop dat 'de zieke' die je bezocht niet al te ernstig ziek is?!

Gonda zei

Toch heeft het ziekenhuis een bepaald geurtje. Niet benoembaar, maar voelt wel unheimisch. Ik ben altijd blij als ik weer buiten sta, dankbaar dat ik gezond ben.

Elsje zei

een mondkapje op. dat suggereert iemand die gevoelig is voor besmetting... naar.

Anoniem zei

Ziekenhuizen. Het lijkt een andere wereld. Ik besef het telkens ik weer buiten sta.