maandag 23 juni 2008

Zondag.

Ik deed mijn onzorgvuldig gekozen zondagsplunje uit.
Het bruine kleedje met de witte bollen aan. Bijpassende oorbellen en niemand die zag dat ik eigenlijk geen zin had om buiten te komen.
Maar aangekomen waar de vlaggen hangen en de geur van verse wafels tegemoet slingert kon het mij bekoren. De zon en het gezelschap deed de rest.

Een zenuwachtige man zet zich aan onze tafel. Vaag komt hij mij bekend voor. Hij is alleen ouder en grijzer geworden. Na een tijdje vraag ik het hem. Hij was inderdaad leraar in het instituut waar ik tot mijn 18 jaar naar school ging. Kunstgeschiedenis was zijn vak.
Een leven dat al lang achter mij ligt spreekt hij triest.
Zijn echtgenoot lijdt al 20 jaar aan multiple sclerose.
Hij zorgt voor haar en dat is allesbehalve simpel. Omwille van haar volledige afhankelijkheid kan ze zich niet neerleggen bij haar situatie. Ze wil niet naar een dagopvang. Opstandigheid loopt als een rode draad door zijn verhaal.

De huisgenoot en ik praten erover.
Wat zou er met ons gebeuren als we ooit voor deze situatie staan?
Hoever zouden we gaan in het zorgen voor elkaar...
Is diepe liefde genoeg of juist een belemmering?

Thuisgekomen maakt hij de barbeque aan,
zet de terrastafel uit de wind.
Ik maak mayonaise en wandel door de kruidentuin voor de afwerking.
Viervoeter kruipt tussen mijn benen. Bang van de wind.
Even zou ik in een glazen bol willen kijken.
Of toch maar beter niet...

1 opmerking:

Kris zei

Wat een moeilijke situatie. Die man heeft ook geen leven meer, maar dat beseft zijn vrouw waarschijnlijk niet.