
De locatie van ons nieuwe huis was 17 jaar geleden geweldig. Vlakbij het centrum van een gezellig dorp en toch helemaal in het groen. Op het veld achter onze tuin volgden we de seizoenen terwijl we keken naar de boer zijn werk. Met paard en kar ploegde hij het veld om. Uit een grote lederen zak toverde hij de zaadjes die hij met enorme halen over het veld zwierde. Hoogzomer was de tijd dat de hooibalen wekenlang lagen te blinken. Appelbomen bakenden het veld af. Het leven aan de appelbomen konden we volgen van aan de ontbijttafel. Maar de boer werd een dagje ouder en ging op pensioen. Hij zaaide er gras en de schapen hielden het kort. We zagen de boer niet meer werken maar wel de schapen. Tijdens de lente liepen er kleine bolletjes wol door de wei. Vruchtbaar noemde hij zijn grond. Elke dag liep hij door zijn kroost op de wei en zag dat het goed was. In plaats van te werken zit hij nu in zijn inmens grote serre waar een piepklein houtkacheltje staat. In de winter zit hij er zijn aardappelen te schillen. Het kleine schouwtje rookt. Het is er gezellig en rustig. De boer woont samen met zijn broer, ook boer. Nooit getrouwd of verliefd geweest, zo vertelde hij me eens. Samen onderhouden ze de boerderij van moeder en vader zaliger en de grote tuin zorgt voor gezond en evenwichtig eten. Hun leven lijkt vrij simpel. Ze staan op met de zon en gaan slapen als de maan verschijnt. Er is geen televisie en de hond ligt aan de ketting, allemaal net als vroeger.
Alles is anders nu met die grote verkaveling achter onze tuin.
Zelfs van ver zie ik de boer niet meer.
Helemaal verstopt achter de huizen in opbouw.
Maar dat is weer een ander verhaal.
Ik denk nog vaak aan de boer en zijn paard,
zwaai hem tegemoet en gun hem van harte een rustig leven verder.
1 opmerking:
Hun leven vrij simpel en stinkend rijk nu.
Een reactie posten