vrijdag 20 juni 2008

Achter de tuin.

De verkaveling achter onze tuin. Daar was ik dus gebleven. Eerst waren er de straten. Het leek toen nog niet echt door te dringen dat het stukje natuur zou verdwijnen. We konden er nog wandelen en viervoeter sprong gezwind door de restanten van wat eens een wei was. Stilaan begonnen de eerste graafwerken en daarna is het niet meer gestopt. Onze instelling is ofwel leggen we ons hierbij neer ofwel verhuizen we . We kozen voor het eerste. Na heel wat wandelavonden zijn we al een beetje deel van het decor voor sommige toekomstige bewoners. Ze knikken vriendelijk goeiedag of maken een praatje. Wij kennen ook al heel wat gewoonten van deze nieuwe achterburen. Zo heb je het duo dat altijd werkt op zondag. Heel rustig steen voor steen maken ze hun nest. Na gedane arbeid drinken ze samen een pintje. Er is dat huis waar moeder, vader, zoon en schoondochter bijna dag en nacht werken. Altijd met vier, nog nooit zag ik er iemand anders . Ze hebben zelfs hun eigen groentetuin tussen het puin. Ik moet elke keer een klein glimlachje onderdrukken als ik er passeer. Daar heb je de vader en schoonzoon. Een schoonzoon die zeer onderdanig is. Laatst hoorde ik de vader tegen hem bezig en in gedachten moedigde ik hem aan om eens goed tegen te spreken. Hij deed het niet. Gemiste kans dacht ik bij mezelf. Het jonge gezin met de al even jonge zwarte labrador. Samen wonen ze in het Dallas huis. Door ons zo gedoopt vanwege het lelijkste terras ooit.
Stilaan zal zo de voormalige wei helemaal woongebied worden.
Aan de kant kijken we mee.
Soms zie ik de boer over zijn fiets hangend naar de huizen kijken.
Ik verdenk hem ook van een gevoel van heimwee.
Het zij zo en niet anders,
dat denken we zeker samen, de boer en ik.

1 opmerking:

zapnimf zei

Jullie een Dallashuis, wij hebben een Graceland in onze straat staan.