donderdag 29 mei 2008

Dream.


Naakt sta ik op de hangbrug, mijn hoofd kaalgeschoren.
Projectielen van heinde en ver komen op me af.
Drie tibetanen roepen van aan de overkant, ik versta hen niet.
Ik sta en onderga, voel niet de neiging om te gaan lopen.

Plots open ik mijn ogen,
ik ben nog in bed.
Hoe laat is het?
In de wilde weg scharrel ik naar mijn gsm.
Help, overslapen, bellen naar het werk, gerustgesteld,
kom maar een uurtje later...
Mijn wild kloppend hart en ik gaan op weg naar de badkamer.
Ik hang voor de spiegel en bekijk mezelf.
Mijn haar hangt, weliswaar triestig, maar het is er nog.
Stiekem kijk ik de gang in, geen vreemden enkel een hoop levenloze schoenen.
Washandje, zeep, tandenborstel.
Ondergoed, rok, topje.
Oorbellen, reuk, schoenen.
En dan,
pak ik mezelf even vast.

Wat een nare, levensechte droom.

Soms blijft een boek lang zweven door mijn gedachten.
De tentoonstelling over Tibet loopt door mijn hoofd naar de ziel in mijn lichaam.
Eenzaamheid verstoort mijn rustig levenspatroon, terwijl ik slaap.
En die combinatie levert je een droom om U tegen te zeggen.

Op het werk neem ik koffie,
en ga aan de slag.
Maar ik moet bekomen, zie mezelf daar steeds staan en in godsnaam...
waarom ga ik niet gewoon weg van die brug?
Wat proberen die tibetanen te vertellen?
En waarom is mijn hoofd kaal?

Het is bijna weer nacht.
Na een drukke dag vannacht hopelijk droomloos,
of enkel zoete, zachte, lieve droompjes...

Geen opmerkingen: